Online postbaksimulatie (work sample), waarmee wordt beoogd om zes operationele managementcompetenties te meten: ‘Probleemanalyse’, ‘Oordeelsvorming’, ‘Delegeren’, ‘Prioriteiten stellen’, ‘Plannen en organiseren’ en ‘Voortgangscontrole’. Tevens...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
De Schoolvaardigheidstoets Rekenen-Wiskunde (SVT-RW) bestaat uit een toetsboekje, met daarin zes blokken voor de afzonderlijke jaargroepen. Elk blok bestaat uit negen tot elf opgaven, maar het aantal subopgaven verschilt. In totaal zijn er 59...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
Begeleidingsinstrument met 33 items die acht subschalen omvatten: Procrastinatie, Studie te moeilijk, Toekomstperspectief, Extrinsieke belemmeringen, Extrinsieke verwachtingen, Sociale teruggetrokkenheid, Prestatiemotivatie, Studie valt...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...