Vragenlijst bestaande uit 34 items die verdeeld zijn over vier subschalen. De subschalen zijn: Herbeleving (7 items), Vermijding (11 items), Verhoogde Prikkelbaarheid (6 items) en Overige Kindspecifieke Reacties (10 items). Op basis van de...
Vragenlijst bestaande uit drie delen met in totaal 88 vragen. Het eerste deel bestaat uit 40 vragen met twee antwoordmogelijkheden. De cliënt krijgt de opdracht om het antwoord aan te kruisen dat het best omschrijft wat hij/zij vindt of hoe...
Vragenlijst bestaande uit 34 items die verdeeld zijn over vier subschalen. De subschalen zijn: Herbeleving (7 items), Vermijding (11 items), Overgeprikkeldheid (6 items) en Overige Kindspecifieke Reacties (10 items). Tevens wordt er een...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
Twee paralleltoetsen, vorm A en B. Elke toets bestaat uit 135 woorden die zijn verdeeld in negen genummerde blokken van 15 woorden. In elk blok komt een aantal nieuwe spellingcategorieën voor. De nummers van de blokken corresponderen met de...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...