Vragenlijst met 30 items gericht op persoonlijkheidskenmerken die gerelateerd zijn aan een succesvolle deelname aan het (speciaal) voortgezet onderwijs. De vragenlijst wordt ingevuld door de leerkracht. De CBtVO heeft drie schalen:-...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
Schaal met 22 items die betrekking hebben op in het dagelijks leven direct waarneembare vormen van grove motoriek zoals zitten, lopen, wandelen etc. Oplopende moeilijkheidsgraad.De SMZ dient ingevuld te worden door iemand die betrokkene goed...
Vragenlijst met 136 items verdeeld over 12 subschalen die elk een specifiek gebied van dagelijkse activiteiten omvatten:1. Slapen/rusten, (7 items), 2. Emotioneel gedrag (9 items), 3. Lichaamsverzorging en beweging (23 items), 4. Huishouden en...
Vragenlijst met 68 items verdeeld over zes subschalen die aspecten van het dagelijks functioneren bestrijken. De uitspraken betreffen concreet gedrag en gedragsveranderingen. Men kruist aan welke items vanwege de gezondheidstoestand van...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...