Methode bestaande uit zeven plaatjes met acht bijbehorende vragen. Elke vraag vertegenwoordigt een sociaal-cognitieve vaardigheid. De verhalen gaan over een sociale situatie waarin een kind geconfronteerd wordt met een probleem. Er zijn tevens...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Deze methode bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel omvat het genereren van (meest 20 of meer) waardengebieden aan de hand van een standaard set vragen. Intensieve interactie is vereist tussen testleider en cliënt. In het tweede gedeelte...
De test bestaat uit twee subtests: rekenvaardigheid en cijferreeksen. De eerste bestaat uit 80 rekenopgaven, waarbij het juiste antwoord uit vier alternatieven gekozen moet worden. Cijferreeksen bestaat uit 26 opgaven waarbij uit vijf...