Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Begeleidingsinstrument van vier items waarop patiënt op zevenpuntsschalen moet aangeven hoe hij zich de laatste twee weken heeft gevoeld. De items vormen een verkorte versie van de subschaal Subjectieve moeheid van de CIS (23B.16).De VVV kan...
De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Test met 22 subtests die deel uitmaken van de gebieden Psychomotoriek, Intelligentie, Taal en Spraak en Voorbereidend Lezen en Rekenen. De proefleider maakt observaties tijdens de afname en laat het kind hardop vertellen hoe het tot een...
De vragenlijst bestaat uit 52 items met de volgende schalen: Welbevinden (W), Invaliditeitsbeleven (I), Ontstemming (O), Sociale geremdheid (S). Antwoordcategorieën: juist/?/onjuist.