Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Test met speedkarakter, bestaand uit acht schriftelijke en vier individuele tests (waarbij twee apparaten benodigd zijn) waarmee negen geschiktheidsfactoren gemeten kunnen worden. De acht schriftelijke tests meten de volgende zeven factoren: G...
Methode bestaande uit 16 opgaven. De opdracht is om drie gekleurde blokjes te verplaatsen vanuit een standaardconfiguratie op drie staafjes met verschillende lengte naar een doelpositie met een minimum aantal verplaatsingen. De opdrachten lopen...
Begeleidingsinstrument met 41 vragen die met ja of nee beantwoord moeten worden. Acht clusters van vragen betreffen het werk, twee clusters betreffen de gezondheid (1 tot 6 items per cluster). Er kunnen modules met bedrijfsspecifieke vragen...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...