Test bestaande uit twee vragenlijsten, de DAPP-BQ en de DAPP Screening. De DAPP wordt gebruikt om patiënten met een persoonlijkheidsstoornis te onderscheiden van respondenten zonder persoonlijkheidsstoornis. De DAPP-BQ wordt gebruikt als er...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
Vragenlijst met 105 items met drie antwoordmogelijkheden. Instructie vooraf. Er zijn vijf subschalen: Inadekwatie/neuroticisme (IN), Volharding (VO), Sociale Inadekwatie (SI), Recalcitrantie (RE) en Dominantie (DO).De NPV-J kan gebruikt worden...
Vragenlijst met 133 items die beantwoord moeten worden met juist, ?, of onjuist. Er zijn zeven schalen: de Inadequatieschaal (IN) met 21 items, de Sociale Inadequatieschaal (SI) met 15 items, de Rigiditeitschaal (RG) met 25 items, de...
Boekje met 567 vragen/beweringen die met ‘Akkoord' of ‘Niet Akkoord' beantwoord moeten worden. De eerste 370 items vormen de tien klinische hoofdschalen: Hs, D, Hy, Pd, Mf, Pa, Pt, Sc, Ma en Si.Er zijn zeven controleschalen (validiteitsschalen):...
Screeningsinstrument met twee versies: de CST14, die 14 vragen bevat betreffende eenvoudige feitenkennis die is opgedaan in het verleden, en de CST20, met 20 vragen (zes iets moeilijker vragen zijn toegevoegd). Het instrument dient om t.b.v. de...
Observatieschaal met 56 items die door twee groepsleid(st)ers die bewoner minstens een half jaar kennen, gezamenlijk wordt ingevuld op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd'. De subschalen zijn: Toenadering (7 items), Aanpassing (9 items),...
Vragenlijst met 119 items, verdeeld over zeven schalen:E: sociale extraversie met emotioneel aspect, 23 items;G: gevoelsmatigheid, asthenie, emotionele kwetsbaarheid, 19 items;R: reagibiliteit, actief, doenerig, ondernemend, 17 items;A:...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
De test bestaat uit zes subtests die in een vaste volgorde worden afgenomen. 1. Visueel geheugen, conditie 1, 2 en 3; 2. Oriëntatie; 3. Meander; 4. Fluency; 5. Natekenen; 6. Acht-Woorden Test. Voorafgaand aan de testafname worden biografische en...