Persoonlijkheidsvragenlijst die in kaart beoogd te brengen welke factoren van werk een persoon motiveren. In deze normatieve versie van het instrument wordt op ieder item een antwoord gegeven op een vijfpuntsschaal, die loopt van ‘zeer mee eens’...
Persoonlijkheidsvragenlijst die in kaart beoogt te brengen welke factoren van werk een persoon motiveren. Er zijn twee versies: een normatieve en een ipsatieve versie. In de normatieve versie wordt op elk item een antwoord gegeven op een...
Beoordelingsschaal met 28 items gericht op de relatiepatronen tussen leerling en leerkracht volgens het oordeel van de leerkracht. De LLRV bevat 3 subschalen en 1 totale schaalscore:- Nabijheid (11 items): meet de mate waarin een leerkracht...
Beoordelingsschaal gericht op de taalontwikkeling van het 2-jarige kind met drie onderdelen:- Woorden (3 items): meet de taalproductie van het kind. Er zijn zeven antwoordcategorieën oplopend van ‘duidt dat niet aan' tot ‘zinnetje van 2 of meer...
Vragenlijst met 240 juist/onjuist items en bestaat uit zeven hoofdschalen en 25 subschalen. De hoofdschalen zijn onderverdeeld in:A. vier Temperamentschalen: Prikkelzoekend, PZ (40 items), Leedvermijdend, LV (35 items), Sociaalgericht, SG (24...
De vragenlijst is de verkorte versie van de TCI, 1999 (24.30) en bestaat uit 105 items die de zeven hoofdschalen van de TCI omvatten. Elke schaal heeft 15 vragen. Er zijn vier Temperamentschalen: Prikkelzoekend, Leedvermijdend, Sociaalgericht,...
Vragenlijst met 36 items gericht op cognities na het meemaken van negatieve gebeurtenissen of situaties. Het instrument onderscheidt negen verschillende cognitieve copingstrategieën voor emotieregulatie: 1. Jezelf de schuld geven, 2. Accepteren,...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...