Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Test bestaande uit tien modules:1. Middelen - Gebruik: een interview dat het gebruik van tien psychoactieve middelen vaststelt. Per middel wordt gevraagd naar het gebruik in de laatste 30 dagen, de hoeveelheid van de gebruikte stof en het aantal...
Vragenlijst met 96 items. Op vijfpuntsschalen moet cliënt aangeven hoe belangrijk hij elk aspect vindt in zijn werk. De schaalpunten lopen van ‘tegengesteld aan wat ik belangrijk vind' tot ‘zeer belangrijk'. Er zijn 12 subschalen met elk 8...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...