Vragenlijst met 36 stellingen, die verdeeld zijn over twee subdimensies, die elk weer bestaan uit twee specifieke dimensies. De subdimensie ‘Interpersoonlijke vaardigheden' (VPV-Inter) bestaat uit de specifieke dimensies ‘Relationele...
Vragenlijst met 24 items in de vorm van een stelling. De leerling geeft op een 10-puntsschaal aan in hoeverre de stelling op hem/haar van toepassing is. Deze 10-puntsschaal in onderverdeeld in vier categorieën: ‘helemaal niet waar' (score 1 of...
Vragenlijst met 22 items in de vorm van een stelling. De docent geeft een score op een zespuntsschaal lopend van ‘geheel niet van toepassing' tot ‘in sterke mate van toepassing'.Het instrument is gebaseerd op de negen domeinen van Morrison,...
Vragenlijst (60 items) die vijf subschalen/domeinen omvat: N, Neuroticisme, E, Extraversie, O, Openheid, A, Altruïsme en C, Consciëntieusheid.Respondent moet op vijfpuntsschalen van ‘helemaal oneens' tot ‘helemaal eens' aangeven in hoeverre de...
Vragenlijst van 100 items die vijf onafhankelijke factoren oplevert:Extraversie, Mildheid, Ordelijkheid, Emotionele stabiliteit, Autonomie.De items, korte concreet-gedragsmatige uitdrukkingen in de derde persoon enkelvoud, worden beantwoord op...
Vragenlijst met 31 items die vijf subschalen omvatten: Afleidbaarheid, Overmaat aan informatie, Verwerkingscapaciteit, Aandachtscontrole, Conceptuele controle. Op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd' moet men aangeven in hoeverre de...
Vragenlijst met 40 items, waarvan 26 de vier subschalen vormen: 1. Sociale steun zoeken, 8 items; 2. Depressieve reactie, 8 items; 3. Positief denken, 8 items; 4. Opwinding, 2 items. Cliënt beantwoordt de vragen op vierpuntsschalen van beslist...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Schaal met 36 beweringen verdeeld over vier subschalen:V. verwerking van het gehandicapt zijn; HO. het als hinderlijk ervaren om van hulp afhankelijk te zijn; SO. sociale consequenties van het gehandicapt zijn; BO. bodem, emotionele geaardheid...
De test bestaat uit 187 vragen met drie antwoordmogelijkheden en omvat 16 persoonlijkheidsfactoren.