De toetsen ‘Rekenen-Basisbewerkingen voor groep 3 tot en met 8’ is een reeks van 11 toetsen (één toets voor leerjaar 3 en twee toetsen voor elk volgend leerjaar) die ontwikkeld is om te na te gaan in hoeverre de leerling de basisbewerkingen van...
Neuropsychologische testbatterij die bestaat uit twaalf subtests, te weten:Subtest 1 - Tellen (5 items), het kind moet verschillende zwarte stippen hardop tellen en deze tegelijkertijd met een vinger aanwijzen.Subtest 2 - Achteruit tellen (2...
Testserie, bestaande uit vier subtests:• Analogieën: een analogieprobleem oplossen door toepassing van hetzelfde veranderingsprincipe als in de voorbeeldanalogie. De subtest bestaat uit drie reeksen van 12 items;• Mozaïeken: patronen naleggen in...
Vragenlijst met 24 items in de vorm van een stelling. De leerling geeft op een 10-puntsschaal aan in hoeverre de stelling op hem/haar van toepassing is. Deze 10-puntsschaal in onderverdeeld in vier categorieën: ‘helemaal niet waar' (score 1 of...
Vragenlijst met 22 items in de vorm van een stelling. De docent geeft een score op een zespuntsschaal lopend van ‘geheel niet van toepassing' tot ‘in sterke mate van toepassing'.Het instrument is gebaseerd op de negen domeinen van Morrison,...
Twee schooltoetsen die niet gebonden zijn aan een bepaalde lees- of taalmethode. Bij de Letterclustertest met 27 items moet de leerling uit vier alternatieven de juiste lettercombinatie kiezen. Gedeeltelijk oplopende moeilijkheidsgraad. Bij de...
De UCL-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de UCL. Van 17 items werd de UCL-formulering gewijzigd en bij veel andere werden kleine aanpassingen aangebracht. De vragenlijst heeft 47 items die zeven subschalen omvatten:...
Vragenlijst met 37 items: 34 met a priori stressvol geachte gebeurtenissen en 3 met a priori positieve gebeurtenissen. De primaire opvoeder (ouder/verzorger) vult zelfstandig de VMG in en geeft aan of en wanneer de gebeurtenis is voor gekomen en...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Observatieschaal bestaand uit 60 items die 17 gedragspatronen omvatten, zoals afleidbaarheid, emotioneel isolement, gebrekkige coördinatie en lichaamstonus. De items worden gescoord op een vijfpuntsschaal (gedeeltelijk achtpunts) van ‘nooit' tot...