Schaal bestaande uit 4 vragen die betrekking hebben op de afgelopen week:- Individueel: Hoe ging het met uzelf?- Interpersoonlijk: Hoe ging het in de contacten thuis, met mensen die dichtbij u staan?- Maatschappelijk: Hoe ging het met uw...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
Observatieschaal met 59 items die zes functioneringsgebieden bestrijken: Cognitie, Sociaal-emotioneel gedrag, ADL-Redzaamheid, Houding & Beweging, Communicatie, Sociaal-maatschappelijk functioneren die grotendeels overeenkomen met het...
Observatieschaal met 33 items die vier subschalen omvatten:Aandachtstekort (7 items), Rusteloosheid (4 items), Agressief gedrag (6 items) en Angst/onzekerheid (4 items). Twaalf items worden buiten beschouwing gelaten.De items zijn o.a....
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
Beoordelingsschaal gebaseerd op de theorie van E.H. Erikson. M.b.v. een semi-gestruc-tureerd interview worden de bindingen van een persoon geïnventariseerd op het gebied van 1. school, vrijetijdsbesteding en werk, 2. relatie met de ouders, 3....
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...