Test die bestaat uit zeven subtests met in totaal 256 vragen/items:Kennismaken: 26 vragen met betrekking tot zeven onderwerpen over ervaringen van de leerling met taal en lezen.Bommetjes: meet de basale reactiesnelheid bij geflitste, niet-talige...
Test bestaande uit zeven subtests:- Kennismaken: 18 vragen over ervaring met taal en lezen.- Bommetjes: meet de basale reactiesnelheid bij geflitste, niet-talige stimuli. Opdracht voor de student is om bij het verschijnen van een bommetje in het...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Schooltoets bestaand uit 120 woorden. De woorden hebben een oplopende moeilijkheidsgraad. De leerling krijgt één minuut de tijd om de woorden hardop voor te lezen. Het instrument is bedoeld om de snelheid en mate van nauwkeurigheid van het lezen...
Methode bestaande uit zeven plaatjes met acht bijbehorende vragen. Elke vraag vertegenwoordigt een sociaal-cognitieve vaardigheid. De verhalen gaan over een sociale situatie waarin een kind geconfronteerd wordt met een probleem. Er zijn tevens...
Test bestaande uit tien subtests:1. Dictee (10 zinnen/64 woorden).2. Meelezen en fouten onderstrepen (27 fouten in 12 zinnen).3. Onzinwoorden goed of fout geschreven (20 woorden).4. Letters invullen (40 maal in 20 zinnen).5. Fouten onderstrepen...
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
Vragenlijst met 16 items. De items betreffen klachten die voorkomen bij het hyperventilatiesyndroom. Op vijfpuntsschalen (van nooit tot zeer vaak) moet patiënt invullen in hoeverre de klachten op hem van toepassing zijn. De lijst kan gebruikt...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...