Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
De vragenlijst heeft 123 items die op een zespuntsschaal (van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens) door de ouder(s) ingevuld moeten worden. Bij het beantwoorden moet steeds hetzelfde kind (leeftijd mag variëren van 2 tot 14 jaar) voor ogen...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De beoordelingsschaal bestaat uit tien in omgangstaal gestelde items die elk op een zevenpuntsschaal worden gescoord. Scoring tijdens of na klinisch interview waarin de vragen ruim gesteld worden, gericht op aanwezigheid van door de patiënt...
Observatieschaal bestaand uit 60 items die 17 gedragspatronen omvatten, zoals afleidbaarheid, emotioneel isolement, gebrekkige coördinatie en lichaamstonus. De items worden gescoord op een vijfpuntsschaal (gedeeltelijk achtpunts) van ‘nooit' tot...
Vragenlijst met tien items waarbij cliënt gevraagd wordt hoe hij zich op een bepaald moment voelt (toestandsboosheid) en tien items die vragen naar hoe hij zich in het algemeen voelt (boosheidsdispositie). Cliënt antwoordt op een vierpuntsschaal...
Het begeleidingsinstrument bestaat uit 105 items, waarvan er ongeveer 25 per kind worden gescoord. Er worden gedragingen gemeten die aansluiten bij het alledaagse gedragspatroon van kinderen. Sommige items kunnen op mededeling van de ouders of...