Testbatterij voor het beoordelen van de ontwikkeling van jonge kinderen op vijf gebieden: Cognitie, Taal, Motoriek, Sociaal-emotionele Ontwikkeling en Adaptief Gedrag. Binnen het taaldomein wordt door middel van twee subtests onderscheid gemaakt...
Adaptieve vragenlijst met in totaal 116 items, waarvan gemiddeld 39 items per testafname worden gemaakt. Alle items zijn analogieën, waarbij uit de vijf antwoordmogelijkheden het ontbrekende woord moet worden gekozen. Voorbeeld van een item:...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
De vragenlijst bestaat uit dertig items verdeeld over drie schalen: Werkstressindex, Werkstressintensiteit en Werkstressfrequentie en zes subschalen: Werkdrukindex, Werkdrukintensiteit, Werkdrukfrequentie, Sociale steunindex, Sociale...
De SBL-s is de selectieversie van de SBL, zie 33.7.De SBL-s heeft 52 items, en wordt gepresenteerd als interessevragenlijst. De respondent moet het antwoord aankruisen op een zevenpuntsschaal, van ‘volstrekt mee oneens' tot ‘volstrekt mee eens'....
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
Vragenlijst met 50 items die vijf subschalen omvatten:Piekeren (PI, 12 items), Rigiditeit (RI, 14 items), Behoefte aan waardering (BW, 7 items), Externe Controle (EC, 7 items), Probleemvermijding (PV, 10 items).Op vijfpuntsschalen moet worden...
Vragenlijst met 68 items, gepresenteerd als interessevragenlijst. Respondent moet antwoord aankruisen op een vijfpuntsschaal, van ‘helemaal mee eens' tot ‘helemaal mee oneens'. Vier subschalen: TAS (thrill and adventure seeking, 12 items), ES...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Observatieschaal bestaand uit 60 items die 17 gedragspatronen omvatten, zoals afleidbaarheid, emotioneel isolement, gebrekkige coördinatie en lichaamstonus. De items worden gescoord op een vijfpuntsschaal (gedeeltelijk achtpunts) van ‘nooit' tot...