Test bestaande uit elf subtests, een ‘Observatieschaal’, een ‘Pragmatiekprofiel’ en een ‘Checklist Pragmatiek in Activiteiten’:‘Zinnen Begrijpen’ (‘ZB’, 25 items): een afbeelding aanwijzen die de mondeling aangeboden zin weergeeft.‘Linguïstische...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Test bestaande uit 18 subtests:- Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV): voorwerpen in het opgavenboek aanwijzen na mondelinge instructie.- Woordstructuur (WS): een zin aanvullen met de gevraagde woordvorm.- Zinnen Herhalen (ZH): het nazeggen...
Toets bestaande uit twee delen: lezen en rekenen.Lezen bestaat uit zes subtests:- Schrijven: tekenen, krabbelen, schrijven van letters en woorden.- Woordenschat: herkennen en aanwijzen van plaatjes.- Leesbegrip 1: een idee hebben van lezen.-...
Vragenlijst met 35 items gericht op afzonderlijke facetten van het zelfconcept ofwel competentiebeleving. Het instrument heeft zeven schalen, elk bestaand uit vijf items: Schoolvaardigheden, Sociale acceptatie, Sportieve vaardigheden, Fysieke...
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
Test met 13 subtests met oplopende moeilijkheidsgraad. Zeven subtests doen een beroep op simultane, zes subtests op sequentiële verwerking van stimuli:Simultane Schaal: MS, Magische schijf (15 items); GH, Gezichtsherkenning (15 items); GW,...
De test bestaat uit twee delen:Deel 1: reeks omcirkelde getallen, die in volgorde van 1 tot 25 door lijnen verbonden moeten worden.Deel 2: reeks omcirkelde getallen en letters, waarbij de corresponderende letters en getallen verbonden moeten...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De beoordelingsschaal bestaat uit tien in omgangstaal gestelde items die elk op een zevenpuntsschaal worden gescoord. Scoring tijdens of na klinisch interview waarin de vragen ruim gesteld worden, gericht op aanwezigheid van door de patiënt...