Vragenlijst met 36 stellingen, die verdeeld zijn over twee subdimensies, die elk weer bestaan uit twee specifieke dimensies. De subdimensie ‘Interpersoonlijke vaardigheden' (VPV-Inter) bestaat uit de specifieke dimensies ‘Relationele...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Schooltoets bestaand uit 120 woorden. De woorden hebben een oplopende moeilijkheidsgraad. De leerling krijgt één minuut de tijd om de woorden hardop voor te lezen. Het instrument is bedoeld om de snelheid en mate van nauwkeurigheid van het lezen...
Vragenlijst met 24 items in de vorm van een stelling. De leerling geeft op een 10-puntsschaal aan in hoeverre de stelling op hem/haar van toepassing is. Deze 10-puntsschaal in onderverdeeld in vier categorieën: ‘helemaal niet waar' (score 1 of...
Vragenlijst met 22 items in de vorm van een stelling. De docent geeft een score op een zespuntsschaal lopend van ‘geheel niet van toepassing' tot ‘in sterke mate van toepassing'.Het instrument is gebaseerd op de negen domeinen van Morrison,...
De schooltoets bestaat uit een boekje met 60 zinnen. In elke zin staat een vet gedrukt woord (geen werkwoorden) waarvan de leerling moet aangeven of het goed of fout is geschreven.De items variëren in moeilijkheidsgraad. De toets wordt afgenomen...
Schooltoets bestaand uit een boekje met 60 zinnen. In elke zin staat een vet gedrukt woord (geen werkwoorden) waarvan de leerling moet aangeven of het goed of fout is geschreven. De items variëren in moeilijkheidsgraad. De toets wordt afgenomen...
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Observatieschaal met 35 gedragsaspecten die door medewerkers van de verpleging of verzorging op een driepuntsschaal worden gescoord. De subschalen zijn 1. Hulpbehoevendheid, 2. Agressiviteit, 3a. Lichamelijke invaliditeit, 3b. Depressief gedrag,...