Verbale intelligentietest, die inzicht beoogt te geven in het verbaal redeneervermogen. Het instrument heeft 40 items met een oplopende moeilijkheidsgraad. Ieder item bestaat uit de vorm “A staat tot B als C staat tot D”. De taak voor de geteste...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Vragenlijst met 43 items verdeeld over twee subschalen: Negatief Zelf Georiënteerde Denkstijl (NZD, 28 items) en Positief Zelf Georiënteerde Denkstijl (PZD, 15 items).De cliënt moet op een vijfpuntsschaal van ‘nooit' tot ‘altijd', invullen hoe...
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
Leerdoelgerichte schooltoets (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die begrijpend lezen meet op woordniveau. De Woordenschattest heeft 33 items waarbij de leerling uit vier alternatieven het woord moet kiezen dat qua betekenis het...
De vragenlijst bestaat uit 12 beweringen die door cliënt op vijfpuntsschalen van ‘helemaal niet' tot ‘helemaal op mij van toepassing' beantwoord worden. De NML wordt gebruikt om indicatoren voor het behandelresultaat te meten en veranderingen...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...