Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Testbatterij met acht tests gericht op intellectuele capaciteiten:- Figurenreeksen: 30 reeksen van 4 figuren waarbij de kandidaat de logische voortzetting van de reeks uit vijf antwoordalternatieven kiest. Deze test meet het abstract...
Testbatterij met negen tests gericht op het meten van intellectuele capaciteiten:- Denken met Figuren: meet visueel abstractievermogen; 30 reeksen van vier figuren. Keuze uit een van vijf alternatieven die de reeks op logische wijze afmaakt.-...
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
De vragenlijst bestaat uit 12 beweringen die door cliënt op vijfpuntsschalen van ‘helemaal niet' tot ‘helemaal op mij van toepassing' beantwoord worden. De NML wordt gebruikt om indicatoren voor het behandelresultaat te meten en veranderingen...
De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
Begeleidingsinstrument af te nemen bij leerlingen met ruime ervaring in het leren/studeren. Afname wordt daarom aanbevolen in het 2e of 3e trimester, bij WO/HBO aan het einde van het 1e trimester of semester van het studiejaar. De vier...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...