Cognitieve capaciteiten test die verbale, numerieke en ruimtelijke subtests bevat en uit items bestaat die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de jaargroepen zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar...
Vragenlijst met 129 items voor het meten van het begrip ‘mobiliteit van geest'. Onder ‘mobiliteit van geest' wordt verstaan: de mate waarin door de persoon zelf bepaald wordt waarop de geest gericht is en het vermogen, ondanks verstoringen van...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Vragenlijst met 300 items gericht op persoonlijkheidskenmerken in arbeidssituaties. Het instrument is opgebouwd uit 6 factoren en 25 facetten: Emotionele Stabiliteit, Extraversie, Openheid, Altruïsme, Consciëntieusheid en Professionaliteit. Door...
Test met verbale, numerieke en ruimtelijke subtests en items die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de drie jaargroepen 4, 6 en 8 zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar opklimmende moeilijkheidsgraad:...
Vragenlijst met twaalf items gericht op de herkenning van de meest geschikte leiderschapsstijl in een gegeven situatie. Het instrument bestaat uit vier subschalen: Opdrachtstijl, Overtuigstijl, Participatiestijl en Delegatiestijl. De totaalscore...
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
De BNT heeft 12 subtests met max. 30 items (behalve S&N) en is samengesteld uit schoolse, intellectuele en praktische taken. De test bestaat uit de meer verbale subtests Woorden, Lezen, Zinnen en Overeenkomsten, de meer exacte subtests...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Observatieschaal met 45 items die betrekking hebben op in de dagelijkse omgang waarneembaar gedrag, zoals slaan, uitschelden, zeuren, nagelbijten etc. Als uitgangspunt voor de constructie van de schaal werd gebruik gemaakt van de Storend...