Instrument bestaande uit 46 tot en met 54 items, gericht op 37 harde en zachte persoons- en situatiekenmerken van werklozen. Twaalf harde kenmerken worden overgenomen uit de administratie van UWV. Andere harde en zachte kenmerken worden...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Adaptieve cognitieve vaardighedentest met drie subtests: Figurenreeksen, Matrices en Cijferreeksen. Omdat het een per computer af te nemen adaptieve test (CAT) betreft, krijgt elke kandidaat minimaal 10 en maximaal 15 items uit elke subtest...
Toets met een afnamemoment in het midden en aan het einde van het schooljaar. Er zijn aparte toetsen voor groep 1 en groep 2. Per leerjaar wordt dezelfde toets twee keer afgenomen. De toets voor groep 1 bestaat uit 46 opgaven en de toets voor...
Toets met een afnamemoment in het midden en aan het einde van het schooljaar. Er zijn aparte toetsen voor groep 1 en groep 2. Per leerjaar wordt dezelfde toets twee keer afgenomen. Er is een oefenboekje met acht opgaven. De toets voor groep 1...
De COVAAR II is een cognitieve vaardighedentest opgebouwd uit drie subtests met elk acht items:- Verbale Analogieën.- Figuratieve Reeksen.- Analogieën met symbolen.De items van de drie subtests staan door elkaar heen. Voorafgaand aan de test...
Vragenlijst met 36 items verdeeld over zes subschalen:1. Schoolvaardigheden, 2. Sociale Acceptatie, 3. Sportieve Vaardigheden, 4. Fysieke Verschijning, 5. Gedragshouding en 6. Gevoel van Eigenwaarde. Het kind moet bij elk item uit twee...
Vragenlijst met 40 items die drie subschalen omvatten: 1. Aangenaam-intense fantasiestijl (18 items), Heldhaftig-agressieve fantasiestijl (10 items) en Onaangename fantasiestijl (12 items). Na de voorgelezen vragen moeten kinderen een antwoord...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De test bestaat uit twee gekleurde platen, waarop alledaagse gebeurtenissen (voorvallen op straat) staan afgebeeld. Aan de hand van negen vragen wordt de proefpersonen verzocht de werkelijkheid van de afbeeldingen te interpreteren. De vragen...