Cognitieve capaciteiten test die verbale, numerieke en ruimtelijke subtests bevat en uit items bestaat die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de jaargroepen zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar...
De test bestaat uit vijf onderdelen, waarbij er verschillende versies zijn voor de groepen 2, 3, 4/5 en 6/7/8 van het basisonderwijs. Voor groep 2 en 3 bestaat de test uit de volgende onderdelen:1. Subiteren: leerlingen krijgen twee vakken met...
Zelfrapportageschaal bestaande uit 75 stellingen, te beantwoorden met ‘ja' of ‘nee'. De stellingen hebben betrekking op vijf domeinen waarvan bekend is dat zij zich lenen voor malingeren: cognitieve disfuncties, depressie, neurologische...
Begeleidingsinstrument bestaand uit 76 items gericht op de persoonlijke belangstelling van leerlingen in groep 8. De uitspraken in het digitale instrument hebben betrekking op vier sectoren: Techniek (16 items), Economie (18 items), Zorg &...
Test met verbale, numerieke en ruimtelijke subtests en items die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de drie jaargroepen 4, 6 en 8 zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar opklimmende moeilijkheidsgraad:...
Vragenlijst met 35 items gericht op afzonderlijke facetten van het zelfconcept ofwel competentiebeleving. Het instrument heeft zeven schalen, elk bestaand uit vijf items: Schoolvaardigheden, Sociale acceptatie, Sportieve vaardigheden, Fysieke...
De BNT heeft 12 subtests met max. 30 items (behalve S&N) en is samengesteld uit schoolse, intellectuele en praktische taken. De test bestaat uit de meer verbale subtests Woorden, Lezen, Zinnen en Overeenkomsten, de meer exacte subtests...
Vragenlijst met 63 beweringen waarvan cliënt moet aangeven op een vijfpuntsschaal in hoeverre ze op hem van toepassing zijn. De schaal omvat vier subschalen: 1. Identiteitsverwarring en -fragmentering (25 items), 2. Controleverlies (18 items),...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Twee schalen: Vropsom-M en Vropsom-O. Elke lijst bestaat uit 22 woorden die een dysfoor gevoel uitdrukken en 12 woorden die een eufoor gevoel betreffen. Men moet die woorden aankruisen die aangeven hoe men zich meestal voelt. De VROPSOM-lijsten...