Test bestaande uit elf subtests, een ‘Observatieschaal’, een ‘Pragmatiekprofiel’ en een ‘Checklist Pragmatiek in Activiteiten’:‘Zinnen Begrijpen’ (‘ZB’, 25 items): een afbeelding aanwijzen die de mondeling aangeboden zin weergeeft.‘Linguïstische...
Test bestaande uit 18 subtests:- Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV): voorwerpen in het opgavenboek aanwijzen na mondelinge instructie.- Woordstructuur (WS): een zin aanvullen met de gevraagde woordvorm.- Zinnen Herhalen (ZH): het nazeggen...
Vragenlijst bestaande uit acht schalen, die geplot worden op twee dimensies (‘onder-boven' en ‘samen-niet samen'):- AP (18 items, verkort 14): dominant - pocherig, ‘boven'.- BC (25 items, verkort 18): ruw - agressief, ‘boven-niet-samen'.- DE (24...
Vragenlijst met 240 juist/onjuist items en bestaat uit zeven hoofdschalen en 25 subschalen. De hoofdschalen zijn onderverdeeld in:A. vier Temperamentschalen: Prikkelzoekend, PZ (40 items), Leedvermijdend, LV (35 items), Sociaalgericht, SG (24...
De vragenlijst is de verkorte versie van de TCI, 1999 (24.30) en bestaat uit 105 items die de zeven hoofdschalen van de TCI omvatten. Elke schaal heeft 15 vragen. Er zijn vier Temperamentschalen: Prikkelzoekend, Leedvermijdend, Sociaalgericht,...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Observatieschaal met 22 items die betrekking hebben op vijf factoren: Gestoorde mobiliteit, Verbale klachten, Niet-verbale klachten, Zenuwachtigheid en Depressiviteit. Getrainde verpleegkundigen die goed contact hebben met de patiënt vullen het...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De beoordelingsschaal verzamelt informatie op vijf gebieden van functioneren die elk als belangrijk diagnostisch criterium voor borderline persoonlijkheidsstoornis worden beschouwd: Sociale aanpassing, Impuls en handelingspatroon, Affekten,...