Vragenlijst met 90 items waarmee wordt beoogd twee persoonlijkheidskenmerken te meten, te weten Neuroticisme, dat wordt omschreven als ‘de in de persoonlijkheid gelegen geneigdheid om onplezierige, negatieve gevoelens en gedachten te ervaren’ en...
Persoonlijkheidsvragenlijst specifiek voor de klinische praktijk. De vragenlijst meet de volgende zes persoonlijkheidskenmerken; Negativisme (NEG), Somatisering (SOM), Verlegenheid (VER), Ernstige Psychopathologie (PSY), Extraversie (EXT) en...
Vragenlijst voor ouders of de belangrijkste verzorgers waarmee het vermogen tot sensorische informatieverwerking van een kind kan worden gemeten. De vragenlijst bevat 125 items, verdeeld over drie itemcategorieën: Sensorische...
Persoonlijkheidsvragenlijst met 315 vragen (uitspraken) met vijf antwoordopties, waarbij de kandidaat moet aangeven in welke mate hij het met de uitspraak eens is (helemaal niet - in beperkte mate - redelijk - in sterke mate - helemaal). Een...
Persoonlijkheidsvragenlijst met 170 vragen (uitspraken) met vijf antwoordopties, waarbij de kandidaat moet aangeven in welke mate hij het met de uitspraak eens is (helemaal niet - in beperkte mate - redelijk - in sterke mate - helemaal). Een...
Test bestaande uit de Big Five-factoren en de toegevoegde factor Integriteit. Daarnaast zijn er zeven onderliggende schalen (minor-schalen):FactorenMinor-schalenExtraversie (E)Initiatief (E1)Stabiliteit (S) Vriendelijkheid (V)Assertiviteit...
Test bestaande uit een lijst met 30 eigenschappen, waarbij aangegeven moet worden in welke mate de respondent denkt dat deze eigenschap bij zichzelf aanwezig is. Antwoorden worden gegeven op een zevenpuntsschaal, lopend van ‘klopt helemaal niet'...
Vragenlijst met 36 items gericht op cognities na het meemaken van negatieve gebeurtenissen of situaties. Het instrument onderscheidt negen verschillende cognitieve copingstrategieën voor emotieregulatie: 1. Jezelf de schuld geven, 2. Accepteren,...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Observatieschaal met 30 gedragsomschrijvingen die op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd' worden ingevuld. De IPPO bestaat uit twee subschalen: 1. Sociale interesse en Gedrag en 2. Zelfkontrole en Normbesef. De totaalscore geeft het...