Vragenlijst die basale persoonlijkheidsdimensies meet. Het instrument bevat in totaal 100 items die over vijf schalen zijn verdeeld (20 items per schaal). De schalen zijn: Extraversie (E), Neuroticisme (N), Absorptie (A), Insensitiviteit (S) en...
Test bestaande uit tien subtests:- Leestaak (225 items): taak bestaande uit drie niveaus: hoogfrequente woorden, laagfrequente woorden en pseudoniemen. Voor elk niveau krijgt het kind een halve minuut om zoveel mogelijk woorden correct hardop te...
Het CIO is een observatielijst waarbij zes subschalen worden onderscheiden:1. Condities (CO) (21 items),2. Vormen (VM) (25 items),3. Functies (FN) (10 items),4. Communicatieve regels (CR) (16 items),5. Matchen en Benoemen (MB) (30 items),6....
Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
Vragenlijst met veertig items en acht subschalen waarmee wordt onderzocht welke leiderschapsstijl cliënt hanteert: Directief, Overtuigend, Participerend, Delegerend, Middenpositie, Resultaatgericht, Relatiegericht en Actief-Passief. De...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
Vragenlijst met 64 dichotome items m.b.t. gedrag en gevoelens. Het meest passende antwoord moet omcirkeld worden. Er zijn vier subschalen met 16 items: Insensitiviteit (factor S), Extraversie (factor E), Neuroticisme (factor N), Ordelijkheid...
Observatieschaal in de vorm van de Q-sort techniek. Levert een systematische beschrijving van gedrag en beleven van het kind op.Bestaat uit 100 kaartjes met uitspraken en negen enveloppen. De leraar (of andere informant) beoordeelt hoe goed elke...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...