Vragenlijst met 56 items waarmee wordt beoogd persoonlijkheidseigenschappen te meten die van belang zijn voor het werk. Het instrument bevat zeven schalen met ieder acht items: ‘Intrinsieke prestatiemotivatie (Pi)’, ‘Extrinsieke...
De OPQ meet 32 persoonlijkheidsdimensies die zijn verdeeld over drie gedragsgebieden:1. Relaties met mensen, (Overtuigend, Leidinggevend, Direct, Onafhankelijk handelend, Extravert, Gesteld op contact, Zelfverzekerd, Bescheiden, Democratisch en...
Schooltoets in de vorm van een invuldictee. De leerling moet weggelaten werkwoordsvormen in twintig zinnen invullen. De zinnen worden voorgelezen. Er werden alleen vervoegingen met ‘dt', ‘dd' en ‘tt' opgenomen. De schooltoets kan worden gebruikt...
Observatieschaal met 56 items die door twee groepsleid(st)ers die bewoner minstens een half jaar kennen, gezamenlijk wordt ingevuld op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd'. De subschalen zijn: Toenadering (7 items), Aanpassing (9 items),...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De beoordelingsschaal bestaat uit tien in omgangstaal gestelde items die elk op een zevenpuntsschaal worden gescoord. Scoring tijdens of na klinisch interview waarin de vragen ruim gesteld worden, gericht op aanwezigheid van door de patiënt...
Schaal met vier items, via factoranalyse verkregen uit de Subjective Symptom Test of Fatigue (Kogi e.a., 1970), waarop patiënten op een vierpuntsschaal aangeven in welke mate men de voorafgaande dag last had van een symptoom.
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...