Test bestaande uit 9 subtests en 2 vragenlijsten:- Zinnen Begrijpen (ZB): een plaatje aanwijzen dat de aangeboden zin weergeeft.- Woordstructuur (WS): een zin aanvullen met de gevraagde woordvorm.- Actieve Woordenschat (AW): een ding, persoon of...
Toets bestaande uit 11 toetskaarten met verschillende moeilijkheidsniveaus (AVI-niveaus). Op elke kaart staat een tekst die door de leerling hardop wordt voorgelezen. Voor elk moeilijkheidsniveau zijn er twee parallelle toetskaarten (A en B)...
Toets bestaande uit leeskaarten waarop woorden staan die hardop moeten worden voorgelezen. Er zijn drie moeilijkheidniveaus en voor elk niveau zijn er drie parallelle kaarten voor herhaalde afname. Op de leeskaarten van het eerste niveau staan...
Schooltoets mettwee vormen. De leerling moet gedurende anderhalve minuut hardop zoveel mogelijk woorden lezen.Toets 90A met 140 woorden met een opklimmende moeilijkheidsgraad, is geschikt voor groep 3 t/m 8. Toets 90B, ook met 140 woorden, loopt...
De schooltoets bestaat uit 200 woorden met een hoge bekendheidswaarde. Het testformulier heeft aan de voorzijde 100 in moeilijkheidsgraad oplopende klankzuivere woorden en aan de achterzijde 100 woorden waarbij geanticipeerd moet worden op...
Uitgebreide neuropsychologische batterij van 29 onderdelen die in drie sessies wordt afgenomen in voorgeschreven volgorde. Op meer manieren en op verschillende tijdstippen worden cognitieve functies met wisselende moeilijkheidsgraad gemeten. De...
Begeleidingsinstrument af te nemen bij leerlingen met ruime ervaring in het leren/studeren. Afname wordt daarom aanbevolen in het 2e of 3e trimester, bij WO/HBO aan het einde van het 1e trimester of semester van het studiejaar. De vier...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...