Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
Vragenlijst met 110 items die acht schalen omvatten: Extrinsieke prestatiemotivatie, Intrinsieke prestatiemotivatie, Studiemotivatie, Negatieve faalangst, Positieve faalangst, Doortastend, Doelgericht en Risiconemend, 10 tot 27 items per...
Vragenlijst met 25/21 items die verwijzen naar concreet gedrag, opvattingen en affect tussen een ouder en een kind. Op vijfpuntsschalen moet respondent aangeven in welke mate het gedrag voor komt of het item van toepassing is. M.b.v. een aparte...
Evaluatieschaal bestaand uit vijf items waarbij patiënt gevraagd wordt zijn gezondheidstoestand van vandaag te beschrijven. Er zijn drie antwoordmogelijkheden : geen, matige of ernstige problemen. De Euroqol kan zelfstandig worden ingevuld.Met...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
Beoordelingsschaal gebaseerd op de theorie van E.H. Erikson. M.b.v. een semi-gestruc-tureerd interview worden de bindingen van een persoon geïnventariseerd op het gebied van 1. school, vrijetijdsbesteding en werk, 2. relatie met de ouders, 3....
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Observatieschaal bestaand uit 60 items die 17 gedragspatronen omvatten, zoals afleidbaarheid, emotioneel isolement, gebrekkige coördinatie en lichaamstonus. De items worden gescoord op een vijfpuntsschaal (gedeeltelijk achtpunts) van ‘nooit' tot...