Cognitieve capaciteiten test die verbale, numerieke en ruimtelijke subtests bevat en uit items bestaat die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de jaargroepen zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar...
Test met verbale, numerieke en ruimtelijke subtests en items die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de drie jaargroepen 4, 6 en 8 zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar opklimmende moeilijkheidsgraad:...
Vragenlijst met 20 vragen betreffende vaardigheden als oriëntatie in tijd en plaats, voorwerpen benoemen, woorden herhalen, lezen, schrijven, natekenen van figuren e.d.Er is ook een verkorte versie met 12 items. De beide MMSE versies kunnen...
De BNT heeft 12 subtests met max. 30 items (behalve S&N) en is samengesteld uit schoolse, intellectuele en praktische taken. De test bestaat uit de meer verbale subtests Woorden, Lezen, Zinnen en Overeenkomsten, de meer exacte subtests...
Vragenlijst (240 items) die ook de subschalen N, E, O, A en C omvat en tevens per subschaal zes belangrijke eigenschappen/facetten meet die die domeinen definiëren (bijvoorbeeld bij de subschaal Neuroticisme de facetten Angst, Ergernis,...
Schooltoets bestaand uit twee kaarten met elk 116 pseudowoorden in oplopende moeilijkheidsgraad. De Klepel is gebaseerd op de dual-route theorie van het technisch lezen (Coltheart, 1978/1980) en dient samen met de Een-Minuut-Test (Brus &...
Evaluatieschaal met 16 beweringen verdeeld over twee factoren: 1. Houding t.a.v. rechtsregels en de mate waarin men zich daaraan gebonden acht (8 items); 2. Houding t.a.v. rechtsfunctionarissen (7 items). Eén item laadt op beide factoren. Op...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De beoordelingsschaal verzamelt informatie op vijf gebieden van functioneren die elk als belangrijk diagnostisch criterium voor borderline persoonlijkheidsstoornis worden beschouwd: Sociale aanpassing, Impuls en handelingspatroon, Affekten,...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...