Vragenlijst bestaand uit 60 items gericht op sociaal-emotionele problematiek van leerlingen in de schoolsituatie. De items zijn verdeeld over drie factoren die elk twee subschalen bevatten:1. Inzet voor school:a. Houding tegenover huiswerk (14...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een zelfbeoordelingslijst voor leerlingen vanaf eind groep 5. De leerlinglijst is gebaseerd op veel gebruikte lijsten in Nederland en daarbuiten en heeft 42 uitspraken. De leerling geeft op een vierpuntsschaal...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een observatielijst voor de leerkracht. Uitgangspunt voor de leerkrachtlijst is de herziene LICOR-lijst 1996/1998 en een eerder ontwikkeld instrument van K. van Putten, 1987, aangevuld met enkele items. De...
Leerdoelgerichte schooltoets (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die begrijpend lezen meet op woordniveau. De Woordenschattest heeft 28 items waarbij de leerling uit vier alternatieven het woord moet kiezen dat qua betekenis het...
Vragenlijst (240 items) die ook de subschalen N, E, O, A en C omvat en tevens per subschaal zes belangrijke eigenschappen/facetten meet die die domeinen definiëren (bijvoorbeeld bij de subschaal Neuroticisme de facetten Angst, Ergernis,...
Test met 12 items die een positieve of negatieve gebeurtenis aan de orde stellen waarbij gevraagd wordt op een zevenpuntsschaal de voornaamste oorzaak ervan te beschrijven: "ligt geheel bij anderen of omstandigheden" tot "ligt geheel bij...
Het BZO is een begeleidingsinstrument dat jongeren en volwassenen helpt bij het nadenken over opleidings- of beroepskeuze. Het wordt zelfstandig (eventueel thuis) ingevuld, gescoord en geïnterpreteerd.In het testboekje beantwoordt de gebruiker...
Uitgebreide neuropsychologische batterij van 29 onderdelen die in drie sessies wordt afgenomen in voorgeschreven volgorde. Op meer manieren en op verschillende tijdstippen worden cognitieve functies met wisselende moeilijkheidsgraad gemeten. De...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...