Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
Niet methodegebonden toets met opklimmende moeilijkheidsgraad. De BRT bestaat uit een Instaptoets die het hoofdrekenen tot 100 meet (50 items), een Hoofdrekengedeelte tot 100 (50 items) met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en een...
Vragenlijst met 77 items die verschillende aspecten m.b.t. gezondheid gedurende de afgelopen maand meten. De eerste 57 items zijn verdeeld over 12 schalen:Bewegingsmogelijkheden, Lopen en buigen, Hand- en vingerfuncties, Armfunctie,...
De MPVC is met uitzondering van twee items gelijk aan de MPVH en bestaat uit 52 items met antwoordcategorieën juist, ? en onjuist. Patiënt moet aangeven welk antwoord de laatste tijd op hem van toepassing is. De vier subschalen zijn...
De CBV heeft 10 items, die betrekking hebben op gevoelens en gedachten die respondent in het algemeen heeft vóór een wedstrijd. Er zijn vijf afleidingsitems. Drie antwoordmogelijkheden. De CBV wordt niet direct vóór een wedstrijd afgenomen maar ...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Het begeleidingsinstrument bevat 12 dimensies die de diverse beroepsrichtingen binnen het LBO/IBO representeren, nl.: handel en zelfstandige vestiging, administratie en verkoop, agrarische sector, grafische technieken, consumptieve technieken,...
Het begeleidingsinstrument bevat negen dimensies die de diverse beroepsrichtingen binnen het LBO/IBO representeren, nl.: handel en zelfstandige vestiging, winkelpraktijk, kantoorpraktijk, consumptieve technieken, huishoudkunde,...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.