Vragenlijst met twee versies; de MANSA-VN12 en de MANSA-VN16. Beide versies bevatten 12 subjectieve items waarmee tevredenheid wordt gemeten met het leven in het algemeen, het wel of geen werk hebben, financiën, het aantal en de kwaliteit van...
De test bestaat uit 246 items, opgedeeld in 34 dimensies/schalen (7 items per dimensie, 7 items die sociaal wenselijke antwoorden meten en 1 ‘dummy' item), waarvan 13 dimensies aansluiten bij het Five Factor Model (FFM) (Openheid,...
De OP5 meet 5 dimensies, ook wel (hoofd)factoren genoemd en 30 persoonlijkheidstrekken (subschalen) met tegengestelde polen. Het aantal items per schaal varieert tussen 8 en 12. Het gaat om de dimensies:- Extraversie met subschalen: Risico nemen...
Vragenlijst bestaande uit vijf algemene vragen (datum operatie, gewicht, lengte, co-morbiditeiten en complicaties) en zes items die betrekking hebben op een van de volgende domeinen:1. Zelfbeeld2. Lichamelijke/fysieke activiteit.3. Sociale...
Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
Niet methodegebonden toets met opklimmende moeilijkheidsgraad. De BRT bestaat uit een Instaptoets die het hoofdrekenen tot 100 meet (50 items), een Hoofdrekengedeelte tot 100 (50 items) met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en een...
Vragenlijst met 110 items die acht schalen omvatten: Extrinsieke prestatiemotivatie, Intrinsieke prestatiemotivatie, Studiemotivatie, Negatieve faalangst, Positieve faalangst, Doortastend, Doelgericht en Risiconemend, 10 tot 27 items per...
De CBV heeft 10 items, die betrekking hebben op gevoelens en gedachten die respondent in het algemeen heeft vóór een wedstrijd. Er zijn vijf afleidingsitems. Drie antwoordmogelijkheden. De CBV wordt niet direct vóór een wedstrijd afgenomen maar ...
Schaal met 18 uitspraken over gezondheid en ziekte. Cliënt moet op een zespuntsschaal invullen in welke mate hij het met de uitspraak eens is. Er zijn drie subschalen: Interne oriëntatie, Artsoriëntatie en Kansoriëntatie met ieder zes items.
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...