Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
Schaal bestaande uit 4 vragen die betrekking hebben op de afgelopen week:- Individueel: Hoe ging het met uzelf?- Interpersoonlijk: Hoe ging het in de contacten thuis, met mensen die dichtbij u staan?- Maatschappelijk: Hoe ging het met uw...
Vragenlijst met 30 items gericht op persoonlijkheidskenmerken die gerelateerd zijn aan een succesvolle deelname aan het (speciaal) voortgezet onderwijs. De vragenlijst wordt ingevuld door de leerkracht. De CBtVO heeft drie schalen:-...
Niet methodegebonden toets met opklimmende moeilijkheidsgraad. De BRT bestaat uit een Instaptoets die het hoofdrekenen tot 100 meet (50 items), een Hoofdrekengedeelte tot 100 (50 items) met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en een...
Testserie met 17 subtests, deels enigszins gewijzigd overgenomen uit bestaand materiaal (Luria), deels aangepast (Lezak, Halstead-Reitan) of nieuw ontworpen. De subtests horen elk bij één van de vijf hoofdgroepen: Verbale functies,...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
Begeleidingsinstrument met 13 dysgrafische schriftkenmerken m.b.t. slechte organisatie van het schrijfvlak, afwijkingen in het schrijfspoor en fouten in vormen en verhoudingen.De kinderen moeten gedurende vijf minuten in verbonden schrift een...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De test omvat zeven subtests: 1. Begrip van woorden, 2. Begrip van zinnen, 3. Benoemen, 4. Opnoemen van woorden, 5. Spontaan taalgebruik, 6. Klankdiscriminatie, 7. Zinnen maken. Subtests 1 t/m 5 vormen samen de SAN-kernbatterij. Het materiaal...