RD4 omvat de domeinen ‘Getallen’, ‘Meten’, ‘Verhoudingen’ en ‘Verbanden’. Het domein ‘Getallen’ bestaat uit ‘tellen’, ‘kennis van getallen en hoeveelheden’, ‘optellen/aftrekken’ en ‘vermenigvuldigen/delen’. De opgaven van RD4 zijn verdeeld over...
Schooltoets met een afnamemoment in het midden en aan het einde van het schooljaar. Het domein Rekenen-Wiskunde bestaat uit drie subdomeinen:1. Getallen en bewerkingen: getallen en getalrelaties, hoofdrekenen (optellen, aftrekken,...
Rekenvaardigheidstoetsen met een afnamemoment in het midden en een aan het einde van het schooljaar. Naast de midden- en eindtoets is er voor groep 6 ook een tussentoets beschikbaar. De tussentoets ligt qua niveau tussen de twee toetsen in. Bij...
Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
Adaptieve toets bestaande uit 50 opgaven. De opgaven worden geselecteerd uit een database van 900 opgaven. Er zijn meerkeuzevragen en open vragen. De volgende domeinen worden gemeten:- Basisvaardigheden (tellen, optellen, aftrekken,...
Vragenlijst met 64 items. Het instrument bevat vier subschalen: Energie (19 items), Discipline (16 items), Planmatigheid (13 items) en Competitie (16 items). Deze vier afzonderlijk geven een beeld van de meest favoriete gedragsstijl van de...
Niet methodegebonden toets met opklimmende moeilijkheidsgraad. De BRT bestaat uit een Instaptoets die het hoofdrekenen tot 100 meet (50 items), een Hoofdrekengedeelte tot 100 (50 items) met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en een...
Schooltoets (2 parallelvormen A en B) die niet gebonden is aan een bepaalde lees- of taalmethode. Na een informatieve tekst moet de leerling vragen beantwoorden die betrekking hebben op woord-, zins- of tekstniveau en kiest daarbij uit vier...
De MPVC is met uitzondering van twee items gelijk aan de MPVH en bestaat uit 52 items met antwoordcategorieën juist, ? en onjuist. Patiënt moet aangeven welk antwoord de laatste tijd op hem van toepassing is. De vier subschalen zijn...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.