Adaptieve cognitieve vaardighedentest met drie subtests: Figurenreeksen, Matrices en Cijferreeksen. Omdat het een per computer af te nemen adaptieve test (CAT) betreft, krijgt elke kandidaat minimaal 10 en maximaal 15 items uit elke subtest...
Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
De COVAAR II is een cognitieve vaardighedentest opgebouwd uit drie subtests met elk acht items:- Verbale Analogieën.- Figuratieve Reeksen.- Analogieën met symbolen.De items van de drie subtests staan door elkaar heen. Voorafgaand aan de test...
Niet methodegebonden toets met opklimmende moeilijkheidsgraad. De BRT bestaat uit een Instaptoets die het hoofdrekenen tot 100 meet (50 items), een Hoofdrekengedeelte tot 100 (50 items) met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en een...
De N.T.S. bestaat uit twee onderdelen: Zinnen en Woorden.Zinnen bestaat uit vijf dictees van elk tien zinnen. De in moeilijkheidsgraad oplopende dictees zijn niet aan een bepaalde taal- of spellingmethode gebonden. In de hogere groepen ligt het...
Vragenlijst met 40 items die drie subschalen omvatten: Directe Agressie, Indirecte Agressie en Sociale Wenselijkheid met resp. 16, 19 en 5 items. Respondent moet van elke uitspraak aangeven of deze ‘waar' of ‘onwaar' is.De BDHI-D kan gebruikt...
Test met 20 gestandaardiseerde motorische opdrachten waarvoor eenvoudig materiaal nodig is zoals een lint, enkele ballen, kistje e.d. Voor de opdrachten is een werkafstand van ca. zes meter nodig. De opdrachten hebben een oplopende...
Observatieschaal met 47 items die door de leerkracht wordt ingevuld na een observatieperiode van een maand. Op een vijfpuntsschaal (van altijd tot nooit) en een zevenpuntsschaal (van zeker tot helemaal niet) wordt observeerbaar gedrag...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Vragenlijst met 20 items waarbij de leerling op een vierpuntsschaal (‘bijna nooit' tot ‘bijna altijd') moet aangeven hoe hij zich in het algemeen voelt n.a.v. examens/toetsen. Naast de totaalscore examenangst, worden twee subscores verkregen...