Computertaak voor het meten van cognitieve functies. De taak bestaat uit zeven blokken met verschillende aantallen trials waarin het kind verschillende opdrachten moet uitvoeren:Blok 1 ‘Enkelvoudige verwerkingssnelheid’ (20 trials): het kind...
Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
Niet methodegebonden toets met opklimmende moeilijkheidsgraad. De BRT bestaat uit een Instaptoets die het hoofdrekenen tot 100 meet (50 items), een Hoofdrekengedeelte tot 100 (50 items) met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en een...
De schooltoets bestaat uit Luisteren 1 met vier toetsen voor groep 3 en 4, Luisteren 2 met twee toetsen voor groep 5 en 6 en Luisteren 3 met twee toetsen voor groep 7 en groep 8. Luisteren 1 bestaat uit twee delen en wordt in twee keer...
Computergestuurde batterij die door psycholoog wordt afgenomen. De patiënt krijgt op een kleurenmonitor de instructies en opdrachten, de psycholoog zit naast hem en krijgt de volledige afname-instructies op zijn monitor. De batterij bestaat uit...
Vragenlijst met 36 items die acht subschalen omvatten:Fysiek functioneren (10 items), Sociaal functioneren (2 items), Rolbeperkingen door fysiek probleem (4 items), Rolbeperkingen door emotioneel probleem (3 items), Mentale gezondheid (5 items),...
Vragenlijst met 36 items die acht subschalen omvatten:Fysiek functioneren (10 items), Sociaal functioneren (2 items), Rolbeperkingen door fysiek probleem (4 items), Rolbeperkingen door emotioneel probleem (3 items), Mentale gezondheid (5...
Vragenlijst met 64 items die op zevenpuntsschalen van ‘zeer slecht van toepassing' tot ‘zeer goed van toepassing' beantwoord moeten worden. De items omvatten vier factoren: Manipuleren (21 items), Recht door Zee (12 items), Assertiviteit (13...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...