Test die bestaat uit zeven subtests met in totaal 256 vragen/items:Kennismaken: 26 vragen met betrekking tot zeven onderwerpen over ervaringen van de leerling met taal en lezen.Bommetjes: meet de basale reactiesnelheid bij geflitste, niet-talige...
Test bestaande uit zeven subtests:- Kennismaken: 18 vragen over ervaring met taal en lezen.- Bommetjes: meet de basale reactiesnelheid bij geflitste, niet-talige stimuli. Opdracht voor de student is om bij het verschijnen van een bommetje in het...
Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
Test bestaande uit tien subtests:1. Dictee (10 zinnen/64 woorden).2. Meelezen en fouten onderstrepen (27 fouten in 12 zinnen).3. Onzinwoorden goed of fout geschreven (20 woorden).4. Letters invullen (40 maal in 20 zinnen).5. Fouten onderstrepen...
Niet methodegebonden toets met opklimmende moeilijkheidsgraad. De BRT bestaat uit een Instaptoets die het hoofdrekenen tot 100 meet (50 items), een Hoofdrekengedeelte tot 100 (50 items) met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en een...
Vragenlijst met 48 items die zijn onderverdeeld in drie schalen: T (Taakgerichte coping, 16 items), E (Emotiegerichte coping, 16 items) en V (Vermijdingsgerichte coping, 13 items). De laatste is opgedeeld in twee subschalen: AZ (Afleiding...
De VSPS is gebaseerd op het meervoudig risicomodel van psychosociale (gedrags)proble-matiek bij jeugdigen van Van der Ploeg en Scholte (1990-1997) dat vijf belangrijke risicogebieden omvat (gedrag, persoonlijkheid, gezinsmilieu, schoolsituatie,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Schaal met 24 items die vragen naar leefgewoonten. Uit de drie tot vijf antwoordmogelijkheden moet er één aangekruist worden die het meest van toepassing is.