Cognitieve capaciteiten test die verbale, numerieke en ruimtelijke subtests bevat en uit items bestaat die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de jaargroepen zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar...
Vragenlijst met zeventig items gericht op verschillende aspecten van communicatie, waarbij vooral aandacht is voor pragmatiek. Onder pragmatiek wordt verstaan: de keuze van de gepaste boodschap of de interpretatie in relatie tot de...
Test met verbale, numerieke en ruimtelijke subtests en items die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de drie jaargroepen 4, 6 en 8 zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar opklimmende moeilijkheidsgraad:...
Vragenlijst met twaalf items gericht op de herkenning van de meest geschikte leiderschapsstijl in een gegeven situatie. Het instrument bestaat uit vier subschalen: Opdrachtstijl, Overtuigstijl, Participatiestijl en Delegatiestijl. De totaalscore...
Begeleidingsinstrument dat door de groepsleerkrachten van groep 2 t/m 8 elk schooljaar in februari of maart voor alle leerlingen wordt ingevuld. Er zijn 27 vragen met vijf antwoordmogelijkheden, van 'altijd' (in meer dan 80% van de gevallen)...
Schaal met 20 items verdeeld over drie subschalen:EU, Emotionele Uitputting, 8 items; MD, Mentale Distantie, 5 items; C, Competentie, 7 items.Op een zevenpuntsschaal van ‘nooit' tot ‘altijd' vult men in hoe vaak een bewering van toepassing is...
De BNT heeft 12 subtests met max. 30 items (behalve S&N) en is samengesteld uit schoolse, intellectuele en praktische taken. De test bestaat uit de meer verbale subtests Woorden, Lezen, Zinnen en Overeenkomsten, de meer exacte subtests...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
Het begeleidingsinstrument bestaat uit 105 items, waarvan er ongeveer 25 per kind worden gescoord. Er worden gedragingen gemeten die aansluiten bij het alledaagse gedragspatroon van kinderen. Sommige items kunnen op mededeling van de ouders of...