Schooltoets met een afnamemoment in het midden en aan het einde van het schooljaar. Voor groep 3 vindt afname van de toets plaats aan het einde van het schooljaar, voor groep 4 zowel in het midden als aan het einde van het schooljaar en voor...
Schooltoets met een afnamemoment aan het begin en in het midden van het schooljaar. Voor groep 7 vindt afname van de toets plaats in het midden van het schooljaar, voor groep 8 is dit zowel aan het begin als in het midden van het schooljaar....
Leesvaardigheidtoets met een afnamemoment aan het begin en in het midden van het schooljaar. Voor groep 7 vindt afname van de toets plaats in het midden van het schooljaar, voor groep 8 is dit zowel aan het begin als in het midden van het...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Toets bestaande uit twee parallelvormen, elk bestaande uit 100 woorden. De leerling heeft anderhalve minuut de tijd om woorden hardop zo snel en nauwkeurig mogelijk te lezen. De woorden lopen op in moeilijkheidsgraad van eenlettergrepige woorden...
Er zijn twee versies van deze gedragsobservatieschaal beschikbaar. De NLD-schaal voor kinderen van 6 t/m 12 jaar bestaat uit 34 items en kan ingevuld worden door een ouder, leerkracht of hulpverlener. Dit instrument bevat negen subschalen en de...
De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
De test bestaat uit 70 onafgemaakte zinnen (stammen), die cliënt met, bij voorkeur, eerste invallen moet aanvullen. Van de niet ingevulde zinnen wordt mondeling een aanvulling gevraagd. Voor jongere kinderen bestaat er een kinderversie. In de...
Screeningsinstrument bestaand uit drie subtests, 1. Visueel geheugen, vijf objecten moeten worden onthouden en aangewezen op platen met vier alternatieven; 2. Oriëntatie voor tijd en plaats; 3. Fluency, zoveel mogelijk dieren, resp. beroepen...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.