Vragenlijst met 90 items waarmee wordt beoogd twee persoonlijkheidskenmerken te meten, te weten Neuroticisme, dat wordt omschreven als ‘de in de persoonlijkheid gelegen geneigdheid om onplezierige, negatieve gevoelens en gedachten te ervaren’ en...
Persoonlijkheidsvragenlijst specifiek voor de klinische praktijk. De vragenlijst meet de volgende zes persoonlijkheidskenmerken; Negativisme (NEG), Somatisering (SOM), Verlegenheid (VER), Ernstige Psychopathologie (PSY), Extraversie (EXT) en...
Persoonlijkheidsvragenlijst met 315 vragen (uitspraken) met vijf antwoordopties, waarbij de kandidaat moet aangeven in welke mate hij het met de uitspraak eens is (helemaal niet - in beperkte mate - redelijk - in sterke mate - helemaal). Een...
Persoonlijkheidsvragenlijst met 170 vragen (uitspraken) met vijf antwoordopties, waarbij de kandidaat moet aangeven in welke mate hij het met de uitspraak eens is (helemaal niet - in beperkte mate - redelijk - in sterke mate - helemaal). Een...
Test bestaande uit de Big Five-factoren en de toegevoegde factor Integriteit. Daarnaast zijn er zeven onderliggende schalen (minor-schalen):FactorenMinor-schalenExtraversie (E)Initiatief (E1)Stabiliteit (S) Vriendelijkheid (V)Assertiviteit...
Test bestaande uit een lijst met 30 eigenschappen, waarbij aangegeven moet worden in welke mate de respondent denkt dat deze eigenschap bij zichzelf aanwezig is. Antwoorden worden gegeven op een zevenpuntsschaal, lopend van ‘klopt helemaal niet'...
Ordenen bestaat uit twee schooltoetsen met elk 42 opdrachten: voor de jongste kleuters een platenboek en voor de oudste kleuters een platenboek. Beide toetsen kunnen in twee of drie periodes worden afgenomen.Bij elke opdracht moet het goede...
De toets bestaat uit 32 opdrachten voorafgegaan door een oefenitem. Het receptieve deel heeft 27 opdrachten waarbij het kind een plaatje moet aanwijzen en omvat Kleur, Vorm, Vergelijken, Classificeren, Grootte en Tellen. Het tweede deel heeft...
Een vragenlijst met 31 items die op zespuntsschalen beantwoord moeten worden, van ‘zeer mee eens' tot ‘zeer mee oneens'.Vijf subschalen: Behoefte aan structuur (8 items), Behoefte aan voorspelbaarheid (6 items), Besluitvaardigheid (7 items),...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.