Vragenlijst met in totaal 56 items, waarvan er 53 gescoord worden, en drie schalen: ‘Stress-Gevoelig’ (18 items), ‘Stress-Stimulans’ (21 items) en ‘Stress-Inert’ (14 items). De cliënt moet voor ieder item aangeven of de uitspraak ‘juist’ of...
Observatielijsten waarop wordt aangegeven of een leerling doelen heeft behaald op het gebied van ‘beginnende geletterdheid’, ‘beginnende gecijferdheid’, ‘motoriek’, ‘bewegingsonderwijs’ en ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’. Iedere maand (d.w.z....
Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Cognitieve capaciteiten test die verbale, numerieke en ruimtelijke subtests bevat en uit items bestaat die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de jaargroepen zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar...
Schooltoets gericht op de mondelinge taalvaardigheid. De TAK bestaat uit een toetsgedeelte en een observatiegedeelte. De toets geeft inzicht in de grammaticale taalvaardigheid en bestaat uit tien onderdelen:- Klankonderscheiding (50 items): meet...
Observatieschaal met 22 vragen zoals ‘Heeft altijd huiswerk in orde' en ‘Wil altijd de baas spelen'. De leerkracht vult per leerling op 6-puntsschalen in, in hoeverre een bewering van toepassing is. De vragen omvatten vier subschalen:...
Vragenlijst van 30 items die vijf subschalen met elk 5 items omvatten: Ondersteuning in het werk, Autonomie bij de werkzaamheden, Relaties met collega's, Aard van het werk en Arbeidsvoorwaarden. De werknemer moet op een vijfpuntsschaal aangeven...
Test met verbale, numerieke en ruimtelijke subtests en items die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de drie jaargroepen 4, 6 en 8 zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar opklimmende moeilijkheidsgraad:...
Vragenlijst van 30 items die vijf subschalen met elk 5 items omvatten: Ondersteuning in het werk, Autonomie bij de werkzaamheden, Relaties met collega's, Aard van het werk en Arbeidsvoorwaarden. De leerkracht moet op een vijfpuntsschaal aangeven...
Observatieschaal met 22 vragen zoals ‘heeft altijd huiswerk in orde' en ‘wil altijd de baas spelen'. De leerkracht vult per leerling in op 6-puntsschalen in hoeverre de bewering van toepassing is. De vragen omvatten vier subschalen: Egocentrisme...