Vragenlijst met in totaal 46 vragen die met ‘ja' of ‘nee' moeten worden beantwoord. Een voorbeeldvraag is: ‘Vind je vrij lezen in de klas een beetje saai?'. De Leesattitudeschaal bestaat uit drie onderdelen: ‘Lezen in de klas' (14 items), ‘Lezen...
Vragenlijst gericht op cognitieve en sociaal-emotionele condities voor onderwijsleersituaties. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte voorwaarden. De directe leervoorwaarden (42 items) zijn in zes domeinen verdeeld:1....
Schooltoets gericht op de mondelinge taalvaardigheid. De TAK bestaat uit een toetsgedeelte en een observatiegedeelte. De toets geeft inzicht in de grammaticale taalvaardigheid en bestaat uit tien onderdelen:- Klankonderscheiding (50 items): meet...
Drie taakgerichte schooltoetsen die bepaalde aspecten van begrijpend lezen beogen te meten, nl. identificeren/afleiden van een hoger begrip uit een aantal concrete begrippen (Begrippenlijst, 28 items), het begrijpen van de betekenis van...
Diagnostische schooltoets met zes subtests: Leessnelheid, Begrijpend lezen, Woordenschat, Werkwoordspelling, Spelling en Rekenvaardigheid. Foutenanalyse is mogelijk bij Spelling, Werkwoordspellen en Rekenen.De test kan op drie niveaus worden...
De beoordelingsschaal bestaat uit een kindervragenlijst en een corresponderende oudervragenlijst. Er zijn drie versies, resp. voor 6-8, 9-12 en 13-17 jaar. Alleen de versie 13-17 jaar is gereed voor (experimenteel) gebruik. De vragenlijst is...
De DTTL is een niet aan een leesmethode gebonden schooltoets en bestaat uit twee delen:A. een niveaubepalend gedeelte met drie subtoetsen:1. Ontsleutelen van klankzuivere of bijna-klankzuivere woorden, 2. Ontsleutelen van regel-bepaalde woorden,...
Observatieschaal bestaand uit 60 items die 17 gedragspatronen omvatten, zoals afleidbaarheid, emotioneel isolement, gebrekkige coördinatie en lichaamstonus. De items worden gescoord op een vijfpuntsschaal (gedeeltelijk achtpunts) van ‘nooit' tot...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
Schaal met 33 beweringen (aangevuld met 7 filler-items), gedeeltelijk multiple-choice en gedeeltelijk te beantwoorden door een streepje te zetten op een horizontale lijn. Er bestaat een verkorte vorm met 12 items (Ormel, 1980) en een met 18...