Vragenlijst die basale persoonlijkheidsdimensies meet. Het instrument bevat in totaal 100 items die over vijf schalen zijn verdeeld (20 items per schaal). De schalen zijn: Extraversie (E), Neuroticisme (N), Absorptie (A), Insensitiviteit (S) en...
De test bestaat uit 246 items, opgedeeld in 34 dimensies/schalen (7 items per dimensie, 7 items die sociaal wenselijke antwoorden meten en 1 ‘dummy' item), waarvan 13 dimensies aansluiten bij het Five Factor Model (FFM) (Openheid,...
De OP5 meet 5 dimensies, ook wel (hoofd)factoren genoemd en 30 persoonlijkheidstrekken (subschalen) met tegengestelde polen. Het aantal items per schaal varieert tussen 8 en 12. Het gaat om de dimensies:- Extraversie met subschalen: Risico nemen...
Vragenlijst gericht op de beleving van het kind van schoolse taken. Er zijn in totaal 89 items en vier schalen:- Prestatiemotivatie (P): de intrinsieke motivatie van een kind om te presteren.- Negatieve Faalangst (F-): angst om te falen waardoor...
Vragenlijst met 59 gestandaardiseerde items, verdeeld over zeven schalen:1. Zelfvertrouwen (8 items): het gevoel en geloof dat een sporter goed kan presteren en succesvol kan zijn in zijn sport.2. Controle over negatieve energie (9 items):...
Begeleidingsinstrument met 33 items die acht subschalen omvatten: Procrastinatie, Studie te moeilijk, Toekomstperspectief, Extrinsieke belemmeringen, Extrinsieke verwachtingen, Sociale teruggetrokkenheid, Prestatiemotivatie, Studie valt...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
Vragenlijst met 64 dichotome items m.b.t. gedrag en gevoelens. Het meest passende antwoord moet omcirkeld worden. Er zijn vier subschalen met 16 items: Insensitiviteit (factor S), Extraversie (factor E), Neuroticisme (factor N), Ordelijkheid...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
De evaluatieschaal bestaat uit zes kaarten met beschrijving en tekening van zes institutionele woonvoorzieningen: van klassiek paviljoen tot zelfstandig wonen. Patiënt moet deze kaarten naar voorkeur rangordenen. Deze volgorde wordt genoteerd...