Test die bestaat uit zeven subtests met in totaal 256 vragen/items:Kennismaken: 26 vragen met betrekking tot zeven onderwerpen over ervaringen van de leerling met taal en lezen.Bommetjes: meet de basale reactiesnelheid bij geflitste, niet-talige...
Vragenlijst gericht op cognitieve en sociaal-emotionele condities voor onderwijsleersituaties. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte voorwaarden. De directe leervoorwaarden (42 items) zijn in zes domeinen verdeeld:1....
Test bestaande uit zeven subtests:- Kennismaken: 18 vragen over ervaring met taal en lezen.- Bommetjes: meet de basale reactiesnelheid bij geflitste, niet-talige stimuli. Opdracht voor de student is om bij het verschijnen van een bommetje in het...
Test bestaande uit tien subtests:1. Dictee (10 zinnen/64 woorden).2. Meelezen en fouten onderstrepen (27 fouten in 12 zinnen).3. Onzinwoorden goed of fout geschreven (20 woorden).4. Letters invullen (40 maal in 20 zinnen).5. Fouten onderstrepen...
De schooltoets bestaat uit een boekje met 60 zinnen. In elke zin staat een vet gedrukt woord (geen werkwoorden) waarvan de leerling moet aangeven of het goed of fout is geschreven.De items variëren in moeilijkheidsgraad. De toets wordt afgenomen...
Schooltoets bestaand uit een boekje met 60 zinnen. In elke zin staat een vet gedrukt woord (geen werkwoorden) waarvan de leerling moet aangeven of het goed of fout is geschreven. De items variëren in moeilijkheidsgraad. De toets wordt afgenomen...
Schooltoets bestaand uit vier woordleeskaarten met 30 tot 33 items van gelijk moeilijkheidsniveau per kaart. De kaarten lopen geleidelijk op w.b. complexiteit van de orthografische structuren. Het bereik komt globaal overeen met AVI-niveaus 1...
De TTL bestaat uit twee onderdelen: Zinnen en Woorden.Zinnen: schooltoets bestaand uit twee leeskaarten die niet aan een leesmethode gebonden zijn. Hoofdkaart A heeft een zakelijk/opsommend karakter en klimt op in moeilijkheidsgraad. De tekst...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.