De test bestaat uit zeven subtests:Hoofdbewerkingen (HB): er wordt een getal gegeven, waarbij twee juiste sommen moeten worden gekozen uit vijf antwoordalternatieven (101 items);Woordbetekenis (WB): woord met dezelfde betekenis kiezen uit vijf...
Non-verbale intelligentietest, die inzicht beoogt te geven in het abstracte redeneervermogen. Het instrument heeft 40 items met een oplopende moeilijkheidsgraad. Ieder item bestaat uit een 3 bij 3 matrix en heeft 8 antwoordalternatieven. De taak...
Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar één van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Vragenlijst bestaande uit acht schalen, die geplot worden op twee dimensies (‘onder-boven' en ‘samen-niet samen'):- AP (18 items, verkort 14): dominant - pocherig, ‘boven'.- BC (25 items, verkort 18): ruw - agressief, ‘boven-niet-samen'.- DE (24...
De schooltoets bestaat uit 12 bladen met 274 in moeilijkheidsgraad opklimmende sommen. Per groep maken de leerlingen steeds twee bladen meer, behalve de reeds volledig goed gemaakte bladen. De toets is een onderdeel van het DLE...
De toets heeft drie niveaus elk met 40 open opgaven.De niveaus komen grotendeels overeen met niveaus 1 t/m 3 van de "Eindtermen Educatie", eerste voorlopige versie (PROVE, 1996). Voor het maken van de toets is een leesvaardigheidsniveau van...
Schaal met 82 items: 29 mannelijke, 29 vrouwelijke en 24 niet-seksegebonden adjectieven (12 sociaal wenselijke en 12 sociaal onwenselijke). Door het aankruisen van één van de vier antwoordmogelijkheden (van ‘volstrekt niet' tot ‘helemaal') geeft...
Test met vijf opgaven betreffende de praktische aanpak van middelmatig moeilijke administratieve problemen zoals beheer van wisselgeld, materiaalindeling t.b.v. archivering, enz. Op apart formulier met voor elke opgave een antwoordschema, moet...
Vragenlijst met 20 items waarbij de leerling op een vierpuntsschaal (‘bijna nooit' tot ‘bijna altijd') moet aangeven hoe hij zich in het algemeen voelt n.a.v. examens/toetsen. Naast de totaalscore examenangst, worden twee subscores verkregen...