Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Schooltoets in de vorm van een invuldictee. De leerling moet weggelaten woorden in twintig zinnen invullen. De zinnen worden voorgelezen. Werkwoordsvormen zijn niet opgenomen, deze worden getoetst met het PI-werkwoorddictee. De schooltoets is...
De test bestaat uit één item en is gebaseerd op Guilfords SI-model. Men moet zoveel mogelijk relevante aspecten aan een probleem opnoemen.
De observatieschaal ZAS heeft zes subschalen (totaal 40 items) waarin de geboden zorg op zes gebieden moet worden aangegeven (‘patiënt voert taak zelfstandig uit' tot ‘wordt geheel door begeleiderovergenomen') en 1 subschaal waarin de...
Observatieschaal met twee delen: I. Afwijkend gedrag (7 trichotome items) en II. Algemeen gedrag (16 visueel analoge schalen). Algemeen gedrag omvat drie factoren: Sociale activiteit, Taalgebruiksstoornis en Zelfverzorging. De vragen worden...
De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Schooltoets met drie boekjes, voor het tweede, derde en vierde leerjaar elk één. Elk boekje bevat naast drie oefenvoorbeelden 32 in moeilijkheidsgraad opklimmende opdrachten. De opdrachten zijn niet aan een bepaalde methode gebonden.