Vragenlijst met 105 items met drie antwoordmogelijkheden. Instructie vooraf. Er zijn vijf subschalen: Inadekwatie/neuroticisme (IN), Volharding (VO), Sociale Inadekwatie (SI), Recalcitrantie (RE) en Dominantie (DO).De NPV-J kan gebruikt worden...
Vragenlijst met 133 items die beantwoord moeten worden met juist, ?, of onjuist. Er zijn zeven schalen: de Inadequatieschaal (IN) met 21 items, de Sociale Inadequatieschaal (SI) met 15 items, de Rigiditeitschaal (RG) met 25 items, de...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De test is ontwikkeld vanuit het tweede deel van het Standaard Reactie Instrument, SRI, in het kader van het Reactie Patronen Onderzoek (Rink 1999).De ASL bestaat uit 28 situatiebeschrijvingen. Deze situatiebeschrijvingen bevatten steeds één van...
Vragenlijst met 36 items gericht op cognities na het meemaken van negatieve gebeurtenissen of situaties. Het instrument onderscheidt negen verschillende cognitieve copingstrategieën voor emotieregulatie: 1. Jezelf de schuld geven, 2. Accepteren,...
Boekje met 567 vragen/beweringen die met ‘Akkoord' of ‘Niet Akkoord' beantwoord moeten worden. De eerste 370 items vormen de tien klinische hoofdschalen: Hs, D, Hy, Pd, Mf, Pa, Pt, Sc, Ma en Si.Er zijn zeven controleschalen (validiteitsschalen):...
Evaluatieschaal bestaand uit vijf items waarbij patiënt gevraagd wordt zijn gezondheidstoestand van vandaag te beschrijven. Er zijn drie antwoordmogelijkheden : geen, matige of ernstige problemen. De Euroqol kan zelfstandig worden ingevuld.Met...
Vragenlijst met 119 items, verdeeld over zeven schalen:E: sociale extraversie met emotioneel aspect, 23 items;G: gevoelsmatigheid, asthenie, emotionele kwetsbaarheid, 19 items;R: reagibiliteit, actief, doenerig, ondernemend, 17 items;A:...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...