Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De VSPS is gebaseerd op het meervoudig risicomodel van psychosociale (gedrags)proble-matiek bij jeugdigen van Van der Ploeg en Scholte (1990-1997) dat vijf belangrijke risicogebieden omvat (gedrag, persoonlijkheid, gezinsmilieu, schoolsituatie,...
Vragenlijst met 91 beweringen met betrekking tot attitudes, waarden, gedrag en doeleinden t.a.v. de opvoeding. Op een zespuntsschaal van ‘helemaal mee oneens' tot ‘helemaal mee eens' moet worden aangegeven in welke mate de uitspraak van...
De HDI omvat vijf aparte vragenlijsten: Algemeen functioneren (41 items) en Lichamelijke klachten (30 items) die de aanpassing aan kanker meten en Omgaan met ziekte (58 items), Relaties (14 items) en Werkzaamheden (6 items) die over het proces...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
Schaal met 15 beweringen die op een vierpuntsschaal van ‘volkomen mee eens' tot ‘absoluut niet mee eens' beantwoord moeten worden. De schaal omvat vier attitudes t.a.v. de opvoeding: 1. Autocratische houding (5 items), 2. Autonomie bevorderende...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test bestaat uit twee gekleurde platen, waarop alledaagse gebeurtenissen (voorvallen op straat) staan afgebeeld. Aan de hand van negen vragen wordt de proefpersonen verzocht de werkelijkheid van de afbeeldingen te interpreteren. De vragen...