Instrument bestaande uit 46 tot en met 54 items, gericht op 37 harde en zachte persoons- en situatiekenmerken van werklozen. Twaalf harde kenmerken worden overgenomen uit de administratie van UWV. Andere harde en zachte kenmerken worden...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
PC-testprogramma dat afhankelijk van het niveau van de kandidaat en de functie- en bedrijfseisen wordt samengesteld.Er worden algemene en functiegerelateerde vaardigheden gemeten zoals taal-, lees- en rekenvaardigheid, snelheid en accuratesse,...
PC-testprogramma dat afhankelijk van het niveau van de kandidaat en de functie- en bedrijfseisen wordt samengesteld, bestaande uit persoonlijkheidsvragenlijsten en een voorkeurslijst.Er zijn twee vragenlijsten met betrekking tot persoonlijkheid:...
Vragenlijst met 197 items waarop cliënt aangeeft met ‘waar', ‘?' of ‘onwaar' in hoeverre elke uitspraak voor hem kenmerkend is geweest gedurende de laatste vijf jaar. Daarnaast gaan 15 items de algemene criteria van een persoonlijkheidsstoornis...
Begeleidingsinstrument met 41 vragen die met ja of nee beantwoord moeten worden. Acht clusters van vragen betreffen het werk, twee clusters betreffen de gezondheid (1 tot 6 items per cluster). Er kunnen modules met bedrijfsspecifieke vragen...
Vragenlijst met 24 items van vier woorden. De werknemer moet aangeven welk woord hem in de werksituatie het best (B) en het minst (M) beschrijft. De vragenlijst is gebaseerd op het model van W.M. Marston, 1928 dat de eigenschappen Dominantie,...
Schaal met 27 beweringen waarop de leerling. met ‘veel', ‘soms' of ‘weinig' moet aangeven in hoeverre de uitspraken op hem van toepassing zijn. De items betreffen studietijd, huiswerk, proefwerken, leergewoonten etc.In combinatie met scores op...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...