Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar twee van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar -drie van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands...
Observatieschaal bestaande uit 60 vragen die betrekking hebben op het gedrag van de persoon, bijvoorbeeld ‘vergeet tijdens dagelijkse routinebezigheden wat hij aan het doen is (eten, verzorging, tafel dekken)'. De eerste 20 items hebben...
Computertoets bestaande uit zeven subtests en een totaalschaal:- Woorden Passen (WP, 24 items): naar aanleiding van een voorbeeld moet uit vier antwoordmogelijkheden een tweede woordpaar gevormd worden.- Technische Tekeningen (TT, 20 items):...
Observatieschaal die wordt ingevuld door groepsleid(st)ers die patiënt goed kennen. Het gedrag van de laatste twee maanden moet worden ingevuld. De uitwerking van de schaal geschiedt door een psycholoog of arts. De schaal bestaat uit 50 items...
Toets gebaseerd op het intelligentiemodel van Vernon (1950, 1965) met zeven subtests. Er zijn voorbeelditems en per subtest 15 tot 24 meerkeuzevragen.De subtests Woorden passen, Woorden kennen, Woorden onthouden en Goede zinnen vormen de factor...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Observatieschaal met 38 items die acht subschalen omvatten: Agressief, Autisme, Psychose, Achterdocht, Depressie (Gedragssignalen), Depressie (Vitale kenmerken), Afhankelijke PS, Vermijdend en zes items m.b.t. onaangepast gedrag.De...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Schaal met vier items, via factoranalyse verkregen uit de Subjective Symptom Test of Fatigue (Kogi e.a., 1970), waarop patiënten op een vierpuntsschaal aangeven in welke mate men de voorafgaande dag last had van een symptoom.